Jean, Roland Cousin

In 1929 begint Jean Cousin uit Ploegsteert voor eigen rekening te rijden tussen Ploegsteert en Ieper.

Het daaropvolgende jaar (KB 24.04.1930) krijgt hij een vergunning voor 10 jaar om voor eigen rekening de lijn Le Bizet-Mesen-Ieper uit te baten. In Le Bizet was er aansluiting op de Franse dienst richting Rijsel. Voor de Buurtspoorwegen is zijn busdienst een doorn in het oog omdat hij concurrentie vormt met de tram Kemmel-Waasten.

De dienstregeling van de lijn Ieper-Komen vanaf 1 augustus 1935. Bron: PA West-Vlaanderen: 1e afdeling, 1018Z

dienstregeling

Wanneer de Buurtspoorwegen op 15 juli de tramdienst Ieper-Nieuwkerke/Waasten stopzetten, stellen ze Jean Cousin aan als concessionaris van de lijn Kemmel-Waasten. Hij trekt de lijn door tot Komen, tot ongenoegen van Clovis Anselin (uitbater van de dienst Komen-Poperinge). Twee ritten hebben Ieper als start/eindpunt. In november vraagt de NMVB nog een gunning voor het vak Waasten-Komen aan, maar deze de Deputatie weigert. De NMVB en Cousin moeten de exploitatie van het vak Waasten-Komen op 2 december stopzetten.

Vanaf juni 1936 zet de NMVB spoorauto’s in tussen Kemmel en Waasten, die vanaf 5 december 1938 vervangen worden door een busdienst van de NMVB, met Cousin als pachter. Op 21 januari 1939 wordt een voorlopige toelating gegeven voor de busexploitatie. Bij KB van 15 april 1939 wordt de toelating gegeven voor een aanvullende busdienst.

Nadat Anselin zijn dienst Komen-Poperinge stopzet, krijgt Cousin op 29 juni 1937 een voorlopige toelating om het vak Le Bizet-Ploegsteert-Waasten uit te baten. In Waasten geeft de bus aansluiting op de trein richting Komen. In het daaropvolgende jaar (KB 02.06.1938) wordt dit vak een uitbreiding van de bestaande lijn Ieper-Le Bizet.

Met een KB van 3 juli 1939 werd de machtiging voor een lijn tussen Le Bizet en Le Touquet aan de NMBS gegeven, die ze aan Jean Cousin verpacht.

Een KB van 30 april 1940 staat de vergunning toe voor de buslijn Ieper-Mesen-Le Bizet voor een duur tot 9 mei 1947. Deze lijn zou de lijn Kemmel-Waasten vervangen en tevens de tram tussen Wijtschate en Mesen. Op dezelfde dag wordt ook de lijn Le Bizet-Le Touquet overgedragen door de NMBS aan de NMVB, die ze verder verpachtte aan Jean Cousin.

De lijn Le Bizet-Le Touquet werd sinds begin mei 1940 niet meer uitgebaat. Wel rijdt Cousin tussen half juni en half augustus 1940 een vervangingsdienst van spoorlijn 67 (Komen-Le Touquet).

In het West-Vlaams busregister vinden we in de periode voor 1940 enkele bussen van Jean Cousin terug, waaronder enkele GMC, een Bedford en twee Chevrolets.

De nieuwe lijn Ieper-Le Bizet wordt vanaf 26 maart 1941 uitgebaat (Cousin wordt als pachter aangenomen voor een termijn tot 9 mei 1947). Er was dan vanaf die datum ook geen bus meer tussen Kemmel en Wijtschate en tussen Mesen en Waasten. Het is niet duidelijk of de lijn tijdens de volledige oorlogsperiode uitgebaat werd.

In 1947 bouwt Jonckheere een koetswerk op een GMC onderstel voor Jean Cousin. We zien deze bus hier in Voormezele. Is dit de derde GMC die in 1947 ingevoerd werd? De overige twee exemplaren kwamen toen bij de Buurtspoorwegen te rijden.

dienstregeling

In de loop van 1945 komt de lijn Ieper-Le Bizet terug in dienst.

In april 1946 vragen de gemeente-besturen van Ploegsteert en Waasten een busverbinding Komen-Waasten-Ploegsteert. Als doekje voor het bloeden komt er vanaf 15 april 1949 een variante vanuit Mesen via Waasten naar Ploegsteert.

Op dat ogenblik wordt de dienst met vijf bussen uitgevoerd, waaronder 2 voorloorlogse: een GMC T.60 en een Moris Commercial uit 1930.

Op 1 februari 1951 wordt een nieuw contract opgesteld voor de lijn Ieper-Le Bizet (met variante via Waasten). Op 23 oktober 1953 vraagt Jean Cousin overdracht van de exploitatie van de lijn aan Roland Cousin. Pas in 1961 zal een definitief pachtcontract tussen hem en de NMVB volgen.

Cousin baatte al jaren een schooldienst uit tussen Le Bizet, Komen, Menen en Moeskroen. Deze dienst wordt op 13 september 1965 voor het gewone publiek opengesteld, en krijgt het tabelnummer 721.

Een uitsnede uit een foto die ons de garage van Cousin toont. Helemaal rechts staan twee lijnbussen: de 25-267, een Van Hool-Fiat 682 uit 1960 en de 25-24, een GMC/Jonckheere uit 1954.

dienstregeling

Daarnaast was hij ook in toerisme werkzaam, dit als onderaanemer voor ondermeer Buyse uit Kortrijk en West Belgium Coach. Hij zou vanaf begin jaren 1960 een trouwe klant bij Van Hool worden, getuige de vloot Van Hool 682 en 306 bussen die we op diverse foto’s terugvinden.

Op 17 januari 1969 moet de uitbating van lijnen 721 en 742 door Cousin stopgezet worden. De lijn werd voorlopig uitgebaat door de Emiel Lenoir uit Geluveld. Vanaf 15 februari 1969 werden de lijnen voorlopig verder aan Lenoir verpacht. Op 19 februari wordt Roland Cousin failliet verklaard. Vanaf 6 mei 1969 is Lenoir definitief pachter van de lijnen 721 en 742.

Wie de vloot bussen overgenomen heeft, is nog onduidelijk. Wellicht heeft Lenoir enkele lijnbussen overgenomen.

Bronnen:

  • PA West-Vlaanderen: 1e afdeling, 807P (Ieper-Le Bizet)
  • PA West-Vlaanderen: 3e afdeling, 30/1357 (Ieper-Le Bizet, dossier 1948-1952, dossier 1952-1961)
  • De Volder, D. (1982). Geschiedkundig overzicht van het openbaar vervoer vanaf 1919 tot 1939 in de streek van Diksmuide, Ieper, Poperinge, Roeselare en Tielt. Brugge: eigen beheer.
  • De Volder, D. (1984). Geschiedkundig overzicht van het openbaar vervoer in de provincie West-Vlaanderen. Periode 1945 tot en met 1963.. Brugge: eigen beheer.
Terug naar boven